Roubaix is een omweg waard

Uit de rubriek “Mooie stops onderweg” door auteur Jacques van Elst

Een saaiere stad in Noord-Frankrijk dan Roubaix ken ik niet. En toch ga ik u uitleggen waarom u nu juist dáár een stop moet maken als u op weg bent naar Nederland.

Roubaix was zeker niet altijd zo saai. Het was in de vorige eeuwen het bruisend centrum van de Noord-Franse textielindustrie. Rijkdom, mooie huizen, veel restaurants en gezellige kroegen domineerden de stad.

Tot in de 2e helft van de vorige eeuw waren er nog altijd veel arbeiders nodig in de textielindustrie en die kwamen vooral uit Noord-Afrika. Nu de textielindustrie geheel is verdwenen kent Roubaix een werkloosheid van 30% en zijn vrijwel alle oude kroegen verdwenen. Zowat 43% van de bevolking leeft onder de armoedegrens, wat Roubaix tot een van de armste steden van Frankrijk maakt.

Maar echt typisch op z’n Frans werd er een list bedacht om de dagelijkse ellende in Roubaix naar de achtergrond te verdringen. Het oude en vervallen art deco-zwembad werd wegens gebrek aan zwemmers gesloten en in 2001 verbouwd tot Musée d’Art et d’Industrie, nu beter bekend als Musée La Piscine. De architect was JeanPaul Philippon, die ook verantwoordelijk was voor de verbouwing van het Gare d’Orsay tot het Musée d’Orsay in Parijs.

Er zijn werken van wereldberoemde kunstenaars zoals Piet Mondriaan, Kees van Dongen, Pierre Bonnard, August
Rodin, François Pompon, Pablo Picasso, Camille Claudel en zeer vele andere.

(Dit is een deel van het gehele artikel)