Nederlandse danseres in de Moulin Rouge 

DROP 127

DECEMBER, 2019

Cultuur
Steden
Carrière

Interview met Julia Graveland door hoofdredacteur Barend van de Ronden

Vijf jaar was ze. Ze wilde ‘op ballet’. Eerst balletles bij de amateurschool in Maassluis, waar ze geboren is. Toen ze tien, elf jaar was, werd het serieus. Professionele dansles naast de reguliere school. Iedere dag. Na opleidingen bij verschillende instituten, onder andere de vooropleiding bij het Koninklijk Conservatorium in Den Haag, ging ze naar de fulltime dansopleiding bij het Lucia Marthas Institute for Performing Arts in Amsterdam, “vijf dagen per week, soms meer.” Nu danst ze bij de wereldberoemde Moulin Rouge in Parijs, die 130 jaar bestaat. Dat werd begin oktober gevierd met een groot feest op straat. We ontmoetten elkaar in de ‘Rouge Bis’, recht tegenover de Moulin Rouge.

Heb je bewust voor het showballet gekozen of kwam dat zo uit?

“Ik wilde altijd graag uitvoerend danseres worden, op een podium staan, ik wilde optreden, ‘performen’. In Nederland was op showgebied niet zoveel aan de hand. Ik heb toen contact gezocht met het management van de Moulin Rouge, een e-mail gestuurd en gevraagd of ik een auditie kon doen. Dat vond ik een hele ervaring. Zes maanden later kon ik komen. Het was een heel intensieve auditie van vijf uur lang. Je wordt op allerlei dingen getest; verschillende stijlen, ben je lenig genoeg, kan je het goed brengen, spring je eruit, pas je goed in de groep… Ik kreeg wel tien verschillende choreografieën voorgelegd. Je moet dingen doen, de radslag en natuurlijk de Franse cancan.” 

“Wij dansen op hakken, de cancan is echt killing voor je lichaam, het is een van de zwaarste dansen die ik ooit heb gedaan.”

Wat is de gemiddelde houdbaarheidsleeftijd?

“Dat is bij iedereen anders. Het is tot zolang je lichaam het aankan. Er zijn meiden die op hun 28e zeggen ’nu is het goed, ik heb blessures’, maar er zijn er ook die nog heel goed een aantal jaar door kunnen. Ik hoop dat ik daarbij hoor, ik ben nu 28. Je moet er secuur mee omgaan. Ik heb al een keer een knieblessure en -operatie gehad. Dansen is mijn passie, mijn leven, mijn beroep, maar je knieën wil je ook nog hebben als je 80 bent. Dus niet te gemakkelijk zijn.

Goed je oefeningen blijven doen, goed voor een show opwarmen. Je lichaam moet sterk blijven, je moet het goed bijhouden. Je moet het goed in balans houden met voeding en rust, met de dingen die je overdag doet. Je kunt natuurlijk niet overdag nog van alles ernaast doen, de stad doorlopen en allerlei trainingen erbovenop en dan ’s avonds twee shows, ja…”

(Dit is een deel van het gehele artikel)

Wil je het hele artikel lezen?

 

Word lid van DROP Magazine!

 

Klik hier voor een abonnementLees meer artikelen